WO&O

Onrust op Radboud Universiteit en TU Delft: 'signalen van discriminatie en intimidatie'

Een enorme bezuiniging, top-downbeleid en signalen van discriminatie en intimidatie. Het gaat op z'n zachtst gezegd niet goed bij de Faculteit der Managementwetenschappen van Radboud Universiteit Nijmegen. Dit blijkt op dezelfde dag dat de Onderwijsinspectie het eerste, zorgwekkende rapport deelt over grensoverschrijdend gedrag bij de TU Delft.

Tekst Joëlle Poortvliet en Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) - - 4 Minuten om te lezen

typetank onveilig

Beeld: Typetank

Halverwege deze maand organiseerde de AOb een bijeenkomst op de Nijmeegse faculteit waar zo'n 45 personen hun verhaal kwijt konden. Daar, maar ook aan het bureau van Arnoud Lagendijk die al 25 jaar aan de faculteit werkt en actief is voor de AOb, zijn veel tranen gevloeid.

Sinds de faculteit bijna 10 miljoen moet bezuinigen - op een begroting van 40 à 50 miljoen - is het bergafwaarts gegaan met de werkomstandigheden. En zijn de verhoudingen tussen personeel en het bestuur van de faculteit op scherp komen te staan. 

Je kunt maar beter niet zwanger worden

De signalen van discriminatie betreft opvallend veel vrouwen, vertelt Lagendijk. "Dit is indirect, maar er zijn opmerkingen tegen collega's gemaakt zoals 'Hè, wat een shit-situatie. Nu kun je maar beter niet zwanger worden, want dat kunnen we niet compenseren'."

Parkeren

Lagendijk vermoedt dat de concept-brandbrief, die de stroom aan klachten samenvat, is gelekt naar de lokale krant. De Gelderlander publiceerde gisteren over de situatie bij de Radboud-faculteit. Lagendijk: "Wat we weten is dat een grote groep vrouwen de hun beloofde carrièrestap voorlopig maar moet parkeren. Deels uit geldgebrek, maar ook omdat er geen duidelijke "kaders" zouden zijn voor promoties. En dat is onzin. Er is gewoon beleid en er zijn toezeggingen gedaan."

Een woordvoerder van de universiteit reageert: "Als dit is gebeurd, is het ongewenst, ongepast en onacceptabel. Zwangerschap mag absoluut geen rol mag spelen bij het aanstellen van medewerkers en ook niet tijdens het dienstverband." Op haar website plaatste de Radboud afgelopen vrijdag een uitgebreidere reactie.

Malaise

De financiële malaise zette in feite een reorganisatie in gang, zonder dat daarover een fatsoenlijke discussie plaatsvond met het medezeggenschapsorgaan, concludeert Lagendijk. Hij is de lokale vertegenwoordiger van de AOb op de Radboud Universiteit en was ruim acht jaar afdelingshoofd op één van de vijf afdelingen van de faculteit. "Er vallen nu continu gaten. Als iemand ziek is en er is geen geld voor vervanging, ga je niet meteen langs de mr. Ook voor een vacature die niet wordt ingevuld, hoeft dat niet altijd. Maar nu wordt gewoon gezegd: Het is crisis, jij krijgt nu deze taken op je bordje en dat moet je dan maar doen."

Iemand moet het werk van tien studentassistenten overnemen

Lagendijk noemt voorbeelden van medewerkers die in dezelfde tijd opeens 30 procent meer studentgegevens moeten verwerken. Iemand die een onderzoeksaanstelling  heeft, maar meer les moet gaan geven. Of een groep collega's die werkgroepbegeleiding, wat door tien studentassistenten werd gedaan, moet overnemen. "Er is geen financieel plan, geen dialoog. De leiding zegt gewoon: Jij moet dit doen. Mensen voelen zich daardoor geïntimideerd."

Lagendijk is zelf economisch geograaf. Het frustreert vooral zijn collega's van financieel management en organisatiekunde dat hun expertise niet wordt ingezet. "Dat is aangeboden, maar afgeslagen. Het decanaat heeft zich geïsoleerd in zijn eigen ivoren toren, wil daar zelf het wiel uitvinden en gaat vervolgens als een olifant door een porseleinkast door de faculteit. Die maat is nu helemaal vol."

Hij besluit: "Het college van bestuur en het faculteitsbestuur hebben veel uit te leggen. Er is verder onderzoek nodig naar discriminatie en intimidatie, maar het is vooral nodig dat deze situatie verbetert." De brandbrief is vandaag gedeeld met het bestuurssecretariaat.

Grensoverschrijdend gedrag

Vandaag publiceert de Onderwijsinspectie haar eerste onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag op een universiteit, namelijk op de TU Delft. De conclusie van dat onderzoek luidt dat de TU ‘in ernstige mate’ de zorg voor de sociale veiligheid van medewerkers verwaarloost. Maar dat oordeel is te hard, vinden het bestuur en de raad van toezicht. Zij overwegen naar de rechter te stappen.

Vandaag hield de universiteit een bijeenkomst voor medewerkers. Het bestuur wilde niet dat de medewerkers het nieuws over het inspectierapport uit de krant moesten vernemen, schrijft universiteitsblad Delta. Bovendien heeft de universiteit het rapport zelf naar buiten gebracht, nog voordat de inspectie het op haar website heeft gezet. Dat is ongebruikelijk, maar het bestuur wil de kritiek kennelijk niet afwachten.

Verwaarlozing

'De zorg voor medewerkers wordt verwaarloosd', staat in het rapport. 'Het gaat niet om geïsoleerde incidenten, maar om een patroon waarbij verwaarlozing van de zorg kan blijven bestaan.' Er zou sprake zijn van ‘wanbeheer’ op het gebied van sociale veiligheid. 'Deze uitkomst geeft de inspectie reden tot grote zorg.'

Medewerkers durven hun problemen niet te melden, het bestuur verzuimt maatregelen te nemen, tekortkomingen in het personeelsbeleid blijven bestaan en ook de raad van toezicht faalt in zijn taak op dit gebied, staat in het rapport.

Na een oproep kreeg de inspectie 148 meldingen van medewerkers binnen over sociale onveiligheid. Het ging vooral om intimidatie in allerlei vormen, zoals schreeuwen, dreigen met consequenties en grove opmerkingen. Uitsluiting en seksisme kwamen ook voor. Zestien melders spraken van racisme.  

TU Delft constateert dat het onderliggende onderzoek van de inspectie ondeugdelijk is

Het bestuur en de raad van toezicht hekelen de kwaliteit van het onderzoek. 'Zonder de signalen in het inspectierapport tekort te willen doen', staat in een reactie, 'constateert TU Delft dat het onderliggende onderzoek van de inspectie ondeugdelijk is.'

In het rapport zouden 'onjuiste, incomplete en niet of slecht onderbouwde verwijten' staan aan de universiteit, bepaalde medewerkers en bestuurders. De schade daarvan zou onaanvaardbaar zijn.